Konijnenziekte en konijnenvirus

Wanneer een konijn het virus heeft, is de kans zeer groot dat het beestje komt te overlijden. Aangezien dit soms heel snel kan gaan, bestaat de mogelijkheid dan ook dat u geen enkel symptoom hebt kunnen ontdekken. Mocht u wel iets merken aan het konijn, dan zijn dit een acute benauwdheid, stoppen met eten, diarree of verstopping en soms koorts. (Neus)bloedingen en epileptische aanvallen komen ook regelmatig voor, soms gepaard met geschreeuw.

Aangezien de tijd tussen besmetting en ziekteverschijnselen uiterst kort is, komt het voor dat u als eigenaar weinig hebt kunnen ontdekken. Een konijn met de klassieke variant van RHD, ook wel RHD1, zal binnen 24 tot 48 komen te overlijden. De termijn bij de nieuwe versie van het virus bedraagt ongeveer 3 tot 5 dagen. Bij RHD1 is er sprake van een sterftepercentage van maar liefst 70 tot 90 procent, bij RHD2 ligt dit lager, tussen de 5 en 70 procent. Mochten konijnen deze eerste acute fase overleven, dan bestaat er een grote kans dat er een chronische vorm van de ziekte zichtbaar is. In dit geval krijgt het konijn te maken met gewichtsverlies, lethargie (chronische vermoeidheid) en geelzucht. Konijnen die dit stadium meemaken overlijden binnen 2 weken vaak als gevolg van leverfalen. Overigens zijn jonge konijnen, van 6 tot 8 weken, meestal niet vatbaar voor de klassieke variant, bij RHD2 kunnen vanaf 4 weken oud al verschijnselen tonen.

VHD is zeer besmettelijk en dodelijk voor konijnen. Het komt zowel voor bij wilde als uw tamme huiskonijn. Daarbij kan direct vermeld worden dat het ongevaarlijk is voor u als eigenaar of andere huisdieren zoals honden, katten, maar ook niet voor andere knaagdieren en bijvoorbeeld cavia’s. Het virus kan zich verspreiden door direct contact tussen konijnen, maar ook indirect via urine en uitwerpselen, voedsel, (drink)water en het hok zelf. Het is ook goed mogelijk dat u het virus indirect via handen, schoeisel en kleding overdraagt. Daarnaast is het virus goed bestand tegen kou en vorst, waardoor het mogelijk is dat u het al een tijd met u meedraagt. Tevens zijn stekende insecten, zoals muggen en vlooien, vaak de oorzaak van de overdracht.

Het is belangrijk uw konijn te laten inenten, aangezien het virus eenvoudig kan worden overgedragen. Vooralsnog is er geen behandeling mogelijk voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD-virus. Preventief vaccineren is echter wel mogelijk met het vaccin Nobivac® Myxo-RHD, dat sinds 2012 bestaat. Dit beschermt het konijn zowel tegen het RHD1-virus, als de andere dodelijke konijnenziekte myxomatose. Het is aan te raden uw konijn elk voorjaar tegen deze variant in te laten enten, aangezien het vaccin slechts 1 jaar werkzaam is en de besmettingskans in de lente en zomer het grootst is.

De in Nederland geregistreerde vaccins geven echter nog geen bescherming tegen de nieuwe virusvariant (RHD2).