Attentie: Wij werken alleen op afspraak.

Meer informatie bij een spoedgeval »

Vier erfelijke ontwikkelingsstoornissen

De term elleboogdysplasie omvat vier verschillende erfelijke ontwikkelingsstoornissen van het ellebooggewricht, namelijk:

  • De losse processus anconeus (LPA)
  • De losse processus coronoideus medialis ulnae (LPCM)
  • Osteochondritis dissecans van de mediale humeruscondyl (OCD)
  • Incongruentie van het gewrichtsvlak van de radius en ulna met dat van de humerus (INC)

Deze aandoeningen kunnen leiden tot pijnlijkheid en kreupelheid bij honden van grote en middelgrote rassen. Alleen goede diagnostiek en snel ingestelde therapie kunnen voorkomen dat bovengenoemde afwijkingen zullen leiden tot artrose en permanente kreupelheid.

Los processus anconeus (LPA)

Tijdens de normale ontwikkeling heeft de processus anconeus (PA) een secundair ossificatie centrum dat op 5- 6 maanden leeftijd vergroeit met de ulna. Als de radius relatief te lang is kan het voorkomen dat de humerus tegen de PA drukt en dat de PA niet vergroeit met de ulna.
Deze vorm van ED wordt vaak gezien bij jonge honden vanaf 6 maanden leeftijd. De honden lopen kreupel aan één of beide voorpoten. Soms is het ellebooggewricht overvuld en/of is er sprake van een pijnreactie en crepitatie bij hyperextensie van de elleboog.

Los processus coronoideus (LPC)

De processus coronoideus (PC) maakt deel uit van het radio-ulnair en het humero-ulnaire gewricht. Incongruentie van het gewricht en trauma kunnen leiden tot loslaten of fissuren van de PC.
Deze erfelijke aandoening komt frequent voor bij Labradors, Rottweilers en Berner Sennenhonden. In 70% van de gevallen is er sprake van beiderzijdse kreupelheid, vaak is ook het gewricht overvuld en is er pijnlijkheid en crepitatie bij passieve beweging van de elleboog.

Osteochondrosis dissecans (OCD)

Aan osteochondrose (OC) ligt een storing van de enchondrale ossificatie in het articulair-epiphysaire complex ten grondslag. Voeding speelt een belangrijke rol als etiologische factor. Men spreekt van osteochondrosis dissecans (OCD) als er in losse stukjes kraakbeen/ been in het gewricht terecht komen.
De klinische verschijnselen lijken sterk op die van een LPC. Maar bij OCD van de elleboog draait de hond vaak zijn poot naar buiten om de mediale zijde van het gewricht te ontlasten. OC wordt vaak gezien bij jonge honden van grote rassen vanaf een leeftijd van 4-6 maanden.

Incongruentie van het ellebooggewricht

Hierbij kan er sprake zijn van een relatief te korte ulna waardoor de radius de humerus tegen de processus anconeus drukt en er een LPA ontstaat. Indien de processus anconeus al benig verbonden is met het olecranon (>6 maanden leeftijd) is er sprake van distractio cuniti. Deze aandoening is erg pijnlijk voor de hond.
Ook kan de radius te kort zijn. De ulna zal dan meer belast worden wat kan leiden tot kraakbeenlaesies en gewricht pijnlijkheden met als resultaat osteoartrose.

Diagnose

  • Ras en leeftijd kunnen in de richting van een diagnose wijzen (N.B.: ook oudere honden kunnen ED hebben en hier pas op latere leeftijd last van krijgen).
  • Aan de hand van een nauwkeurig orthopedisch klinisch onderzoek: eenzijdige of beiderzijdse kreupelheid, overvuld ellebooggewricht, pijnlijkheid en crepitatie bij passieve bewegingen (hyperextensie).
  • Röntgenfoto’s van de elleboog gewrichten. LPA is vaak goed zichtbaar op een röntgenfoto. Dit is vaak niet het geval  bij een LPC.
  • Indien er op de röntgenfoto geen aanwijzing wordt gevonden voor de kreupelheid dan kan een CT-scan van de elleboog hierin duidelijkheid geven. Losse fragmenten zijn op de CT-scan wel zichtbaar en op een röntgenfoto meestal niet, zéker als fragmenten niet verplaatst zijn, zoals bij LPC vaak gezien wordt.

CASUS: Max, labrador retriever, 8 maanden oud, linksvóór kreupel

Deze hond liep linksvóór mank sinds hij gestruikeld was over zijn riem. Na enige tijd rust verdwenen de klachten, maar ze keerden na verloop van tijd terug. Er was vooral sprake van startpijn.
Bij klinisch onderzoek bleek dat hyperextensie van de linker elleboog pijnlijk was. De elleboog was niet overvuld. Verder een normale ROM.

Links hieronder ziet u een röntgenfoto van de elleboog. Geen bijzonderheden. Max werd met een NSAID en rustvoorschrift naar huis gestuurd. De hond bleef echter wisselend mank linksvóór.

Door de behandelende dierenarts werd aan ons het verzoek gedaan om een CT van de ellebogen te maken. Op de CT beelden (rechts hieronder) werd de diagnose LPCM links gesteld.
Max werd daarop doorgestuurd naar een in orthopedische chirurg en na operatie en een revalidatie van enkele weken liep Max weer helemaal normaal.

Altijd telefonisch bereikbaar via +31 499 374 205